fbpx

Wilt u meer weten over financiële ratio’s?

Een financiële analyse wordt gemaakt aan de hand van enkele financiële ratio’s of kerngetallen. Ze zijn van cruciaal belang voor de diagnose van de financiële gezondheid van uw onderneming. Onderstaande verhoudingsgetallen zijn ook terug te vinden in het kredietrapport. Om de analyse te vergemakkelijken, zijn de ratio’s onderverdeeld in vier verschillende families. Het gaat om structurele ratio’s, liquiditeitsratio’s, rentabiliteitsratio’s en rotatie ratio’s.

Wat zijn financiële ratio's?

Financiële ratio’s geven de onderlinge verhouding weer tussen bepaalde financiële gegevens. Deze ratio’s of kerngetallen geven inzicht in de financiële situatie van een bedrijf of met andere woorden, zit een bedrijf in goede of slechte papieren? De liquiditeitsratio, solvabiliteitsratio en rentabiliteitsratio worden het meest gebruikt en worden berekend aan de hand van de balans en winst- en verliesrekening.

Wat zijn de belangrijkste structurele ratio’s?

Deze ratio’s onderzoeken de belangrijkste structurele evenwichten die binnen de balans in acht moeten worden genomen.

 

– Solvabiliteit (%)

 

Deze ratio geeft aan in welke mate een onderneming zijn schulden kan terugbetalen.

 

Lees hier meer over solvabiliteit

 

– Netto Actief (€)

 

Deze ratio is de totale activa van de onderneming min de schulden op korte termijn en overlopende passiva. Het bepaalt de financieringsmiddelen van de onderneming op lange termijn (meer dan 1 jaar). Deze middelen staan de onderneming voor het gehele komende jaar ter beschikking. Opmerking: de middelen kunnen afkomstig zijn van schulden op lange termijn, die voor de onderneming kosten meebrengen. Het bedrag moet positief zijn, anders is het bedrijf zo goed als bankroet.

 

– Relatief belang van de aankoop van materiële vaste activa t.o.v. de totale vaste activa (%)

 

Deze ratio vergelijkt de nieuwe aankopen van materiële vaste activa met de totale vaste activa. Alle elementen voor de berekening ervan komen uit de toelichting, een onderdeel van de jaarrekening. Het is een indicator van de snelheid waarmee de materiële vaste activa worden vernieuwd en bijgevolg van de dynamiek van het investeringsbeleid van de onderneming.
Het resultaat moet aan geen minimum voldoen, maar een waarde van nul wijst op een tekort aan investeringen, wat buiten de zuivere dienstenactiviteiten, bijna nooit voordelig kan zijn.

 

– Netto bedrijfskapitaal (€)

 

Deze ratio is het verschil tussen vlottende activa (exclusief overlopende posten) en vlottende passiva. Het maakt het mogelijk na te gaan of de rubrieken van de activa, die rechtstreeks verband houden met de activiteit (voorraden, handelsvorderingen en liquide middelen), voldoende aanwezig zijn om de schulden op korte termijn te dekken. Alle activa worden geacht liquide middelen te worden en kunnen worden gebruikt om schulden op korte termijn af te lossen. Een positieve waarde wijst op een overschot en is dus gewenst. Een negatieve uitkomst wijst op spanningen in de cashflow.

 

Deze ratio wordt ook berekend aan de hand van de bovenzijde van de balans en de financieringsmiddelen op lange termijn van de onderneming vergelijkt met haar activa op lange termijn. Vervolgens wordt nagegaan of de investeringen, die per definitie van lange duur zijn, goed gefinancierd zijn met middelen op lange termijn. Zo niet, dan is de onderneming verplicht haar financiële middelen op korte termijn aan te spreken om haar investeringen te financieren. Dit verwijdert middelen uit de financiering van de commerciële of industriële activiteit en op zijn beurt leidt tot spanningen in de kasstroom.

 

– Behoefte aan werkkapitaal (€)

 

Deze ratio is het verschil tussen de voorraden en handelsvorderingen aan de activazijde en de handelsschulden, schulden aan de sociale zekerheid, ontvangen vooruitbetalingen en diverse schulden aan de passivazijde. Het doel is te berekenen in hoeverre de niet-financiële schulden op korte termijn de handelsvorderingen en voorraad op korte termijn aan de activazijde dekken.

 

In een ideale situatie is de waarde negatief, maar een positief resultaat is geen reden om zich zorgen te maken. Bij een positief verschil moet de onderneming financiële middelen vinden om haar bedrijfscyclus te financieren zoals beschikbaar contant geld of financiële kredietlijnen op korte termijn zoals kaskrediet. Een negatief verschil daarentegen, wijst op een negatieve financieringsbehoefte. Dit houdt in dat de onderneming de voorraden en handelsvorderingen kan financieren met haar financiële schulden op korte termijn en zo geen financiële middelen hoeft te zoeken om haar commerciële cyclus te financieren.

Wat zijn de belangrijkste liquiditeitsratio’s?

Deze ratio’s hebben als doel een raming te maken van het vermogen van ondernemingen om binnen het overeengekomen tijdsbestek aan hun verplichtingen te voldoen.

 

– Liquiditeit in ruime zin (current ratio, %)

 

Deze ratio geeft de verhouding aan tussen vlottende activa (realiseerbaar en beschikbaar) en vlottende passiva. Het geeft aan in hoeverre de vlottende activa, die alle bedoeld zijn om snel liquide middelen te worden, de verplichtingen dekken die op korte termijn moeten worden terugbetaald. De verhouding moet hoger zijn dan 100% om positief te zijn. Een ratio van minder dan 100% is een indicator van een dreigend gebrek aan liquiditeit in de betalingen.

 

– Liquiditeit in enge zin (quick ratio, %)

 

Deze ratio geeft de verhouding aan tussen handelsvorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden. Aan de passiefzijde wordt geen rekening gehouden met overlopende posten. De verwachte waarde kan niet hoger zijn dan 100% voor ondernemingen die met aandelen werken. Is dit toch het geval, dan is dat zeer gunstig voor korte termijnschuldeisers.

 

Deze ratio geeft de verhouding aan tussen de handelsvorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden. Aan de passiefzijde wordt geen rekening gehouden met overlopende posten. Het doel is het vermogen van de onderneming te meten om aan haar schulden op korte termijn te voldoen door alleen rekening te houden met de handelsvorderingen en liquide middelen. Aangezien niet bekend is of de voorraden ooit zullen worden verkocht, worden zij niet meegerekend en verdwijnt de onzekerheid van de conjunctuurcyclus. Voor sommigen is de inventaris een permanent en voortdurend veranderend deel van het vermogen. Voor hen is het dus, althans financieel, een vast activum, op lange termijn.

 

De verwachte waarde kan niet hoger zijn dan 100% voor ondernemingen die met aandelen werken. Is dit toch het geval, dan is dat zeer gunstig voor korte termijnschuldeisers. Het is interessant na te gaan of een onderneming in staat is haar schulden op korte termijn te dekken met haar liquide of quasi-liquide activa alleen. Enkel de sterkste bedrijven zijn hiertoe in staat.

 

– Onmiddellijke liquiditeitsratio (%)

 

Deze ratio meet het aandeel van onmiddellijk beschikbare liquide middelen in de vlottende activa. Het meet het vermogen van de onderneming om op zeer korte termijn in haar liquiditeitsbehoeften te voorzien.

 

Het verwachte percentage moet positief zijn. Merk op dat een teveel aan onbeperkte liquide middelen kan wijzen op een gebrek aan economische efficiëntie in het beheer van de onderneming. Bij gebrek aan liquiditeit heeft de onderneming twee oplossingen: ofwel haar betalingen uitstellen, ofwel een beroep doen op krediet om te betalen. In beide gevallen is de liquiditeitssituatie zorgwekkend.

Wat zijn de belangrijkste rentabiliteitsratio’s?

Deze ratio’s meten op verschillende manieren het vermogen van ondernemingen om winstmarges (of verliezen) te genereren. Hieronder vindt u de vier belangrijkste rentabiliteitsratio’s terug.

 

– REBITDA: Recurring Earnings before interests, taxes, depreciations and amortizations

 

REBITDA is de Amerikaanse benadering van de recurrente operationele cashflow. Het gaat uit van het resultaat vóór belastingen, met uitsluiting van de effecten van de financiële opbrengsten en kosten en van de niet-recurrente elementen, en met toevoeging van alle recurrente en niet-recurrente niet-kaskosten.

 

De berekende som toont het vermogen van de onderneming om toegevoegde waarde (marge) te creëren op haar dagelijkse activiteit. Van dit bedrag moeten nog de financiële lasten, eenmalige lasten, belastingen en het kapitaal van de leningen in afschrijving worden betaald. Een negatieve waarde houdt in dat de normale activiteit van de onderneming in de loop van het jaar geen marge heeft opgeleverd. Er moet voldoende marge gegenereerd worden om deze uitgaven te betalen en extra marge te genereren om te kunnen blijven investeren of dividenden uit te keren.

 

– Bruto-verkoopsmarge (€)

 

Deze ratio vergelijkt de recurrente brutobedrijfsmarge met de omzet van de onderneming. Het is een prestatie-indicator die het vermogen van de onderneming meet om brutowinst te maken op de verkoop van haar producten. Het wordt gebruikt om een rentabiliteitspercentage van de commerciële of industriële activiteit te berekenen.

 

De uitkomst moet positief zijn en hoe hoger de waarde, hoe winstgevender de onderneming is in haar kernactiviteiten.

 

– Uitgebreide cashflow voor winstuitkering (€)

 

Deze indicator gaat uit van het resultaat van het boekjaar om de werkelijke toegevoegde waarde te bepalen die de onderneming in de loop van het boekjaar heeft gecreëerd. Uit deze waarde wordt de capaciteit afgeleid om bestaande leningen terug te betalen.

 

De som moet positief zijn. Het moet zelfs meer bedragen dan het bedrag van de jaarlijkse aflossingen van de langlopende leningen, anders zal de onderneming niet in staat zijn om bestaande leningen terug te betalen. Het eventuele overschot, na betaling van de kapitaalaflossingen van de lopende leningen, maakt het mogelijk de capaciteit te evalueren om eventuele nieuwe leningen terug te betalen of nieuwe investeringscapaciteiten te vormen.

 

– Aandeel van de personeelskosten in de toegevoegde waarde (%)

 

Deze ratio relateert de personeelskosten aan de toegevoegde waarde en is alleen van toepassing op ondernemingen die mensen in dienst hebben. Na het berekenen van de toegevoegde waarde, moeten de personeelskosten nog betaald worden om een eerste idee te krijgen van het vermogen van de onderneming om een operationele cashflow te genereren. Als de personeelskosten de volledige marge in beslag nemen of deze overschrijden, zal de onderneming geen bedrijfswinst genereren. Op korte termijn is dit problematisch, want het verhindert toekomstige investeringen.

 

De waarde mag niet hoger zijn dan 100%. Hoe lager, hoe meer marge de onderneming zal genereren om aan het eind van het jaar een nettowinst te garanderen.

Wat zijn de belangrijkste rotatie ratio’s?

Het doel van deze kengetallen is te bepalen hoe vaak het geanalyseerde begrip in de loop van het begrotingsjaar terugkeert. In het algemeen geldt: hoe hoger het getal, hoe korter de conjunctuurcyclus en hoe groter de kans dat de onderneming winst maakt. Voor een goede analyse wordt een meerjarenperspectief aanbevolen.

 

– Rotatie aangekochte goederen

 

Deze ratio vergelijkt de recurrente (terugkerende) kostprijs van de verkochte goederen met de totale voorraad aan het einde van het jaar. Hoe hoger dit getal, hoe meer de voorraad in de loop van het jaar is omgewisseld. Om het beheer van de commerciële cyclus van de onderneming in te schatten is een perspectief over verschillende jaren noodzakelijk.

 

– Rotatie geproduceerde voorraden en bestellingen in uitvoering (%)

 

Deze verhouding vergelijkt de kosten van de voorraden en grondstoffen met de totale voorraden, grondstoffen en voorschotten die in de balans zijn opgenomen. Het geeft een index om in te schatten hoe vaak de voorraden in de loop van het jaar worden vernieuwd. Een ratio van 12 betekent dat de voorraden na 1 maand volledig vernieuwd zijn. Eén index is op zichzelf niet voldoende voor alle soorten ondernemingen. Het moet worden gerelativeerd naar gelang de verrichte bedrijfsactiviteit. Hoe efficiënter een onderneming is, hoe hoger haar ratio-index zal zijn. Het resultaat is best zo hoog mogelijk, met de industrie standaarden als referentie.

 

– Dagen klantenkrediet

 

Deze ratio geeft het aantal dagen aan dat klanten nodig hebben om hun rekeningen te betalen. Het relateert handelsvorderingen aan de netto-omzet en wordt vermenigvuldigd met 365 om een index in dagen te verkrijgen. Het is een gemiddelde berekening op basis van de laatste dag van het boekjaar.

 

Het is raadzaam de evolutie over verschillende jaren te bekijken om een oordeel te vormen over de evolutie van het beheer van de bedrijfscyclus van de onderneming. Om efficiënt te zijn, moet de onderneming streven naar de laagst mogelijke waarde. Des te lager het aantal dagen klantenkrediet, hoe meer zakencycli de onderneming heeft en hoe meer kans zij heeft om winst te maken. Het risico op wanbetaling is ook lager.

 

– Dagen leverancierskrediet

 

Deze ratio relateert handelsschulden aan inkoopkosten en wordt vermenigvuldigd met 365 om een index in dagen te krijgen. Het geeft het aantal dagen aan dat het bedrijf nodig heeft om de facturen van zijn leveranciers te betalen. Het is een gemiddelde berekening op basis van de laatste dag van het boekjaar. Er is geen standaard verwachte waarde, maar er bestaan wel normen voor de sector. In het algemeen kan men echter een waarde verwachten die dicht bij de ratio van aantal dagen klantenkrediet ligt.

 

Als de waarde hoger is dan die van de klantenomzetratio, dan steunt de onderneming op haar leveranciers om haar commerciële cyclus te financieren. Het is raadzaam de evolutie over verschillende jaren te bekijken om een oordeel te vellen over de evolutie van het beheer van de commerciële cyclus van de onderneming.

 

– Rotatie van fabricage en afgewerkte producten voorraad (%)

 

Deze indicator vergelijkt de kosten van verkopen met de voorraad goederen in bewerking, werk in uitvoering en gereed product op de balans. Het meet de efficiëntie van de productiecyclus en is vooral interessant voor ondernemingen met een transformatiecyclus. Een bedrijf zal efficiënter zijn naarmate zijn indicator toeneemt (toename van de omloopsnelheid van de voorraden). De uitkomst is best zo hoog mogelijk, rekening houdend met het feit dat sectorale normen als referentie kunnen worden gebruikt.

Stel uw vraag

Het team van Trends Business Information staat klaar om u te ondersteunen.

 

Heeft u een vraag of heeft u niet gevonden wat u juist zocht? Geen probleem, we hebben achter de schermen een team van gemotiveerde medewerkers die er alles aan doen om u zo goed mogelijk verder te helpen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.