Het aantal bedrijven en ondernemers dat failliet ging dit jaar ligt na 11 maanden al bijna even hoog als in 2024. Op vandaag gingen er al 915 zaken failliet. Opnieuw wordt vooral de horecasector getroffen, want daar zijn er al 171 faillissementen, gevolgd door de bouwsector. De kans bestaat dat we dit jaar de kaap van 1.000 faillissementen bereiken.
Dit jaar gingen er al bijna evenveel bedrijven en ondernemers failliet in West-Vlaanderen als in 2024 en dat terwijl het jaar nog niet om is. Dat blijkt uit de cijfers van Trends Business Information. Nu staat de teller na 11 maanden al op 915 West-Vlaamse faillissementen en daar moeten nog de cijfers van december 2025 bij geteld worden. Vorig jaar noteerde men over een volledig jaar 931 faillissementen in onze provincie. De kans dat we over een maand de kaap bereiken van 1.000 faillissementen in West-Vlaanderen is groot als we afgaan op de cijfers voor december van voorgaande jaren.
De horecasector is opnieuw het grootste slachtoffer in de lijst van faillissementen, gevolgd door de bouwsector. De top 3 bestaat net zoals vorig jaar opnieuw uit eetgelegenheden met volledige bediening, met beperkte bediening, cafés en bars. Dit jaar zien ze in die categorieën al 171 faillissementen. In 2024 stond het aantal op 175. De kans is groot dat ook hier tegen het einde van 2025 het aantal faillissementen van vorig jaar wordt overschreden.
Dat het aantal faillissementen dit jaar zou toenemen, zag Yves Van Moorter, voorzitter van Horeca West-Vlaanderen, al aankomen. “Zowel op nationaal niveau als in onze provincie hadden we dit verwacht. Vorig jaar zagen we dat het aantal faillissementen al gestegen was en nu zet die lijn zich nog verder door. De horecazaken die nu failliet gaan, zijn vaak horecazaken die al voor corona in slechte cijfers zaten. Zij hebben enkele jaren kunnen overbruggen en overleven dankzij die steun. Maar nu dat volledig is weggevallen, missen ze stabiliteit en krijgen ze terug een klap, die vaak finaal is. Die naweeën van de coronacrisis zien we niet alleen in onze sector.”
Horecazaken, die voor de coronacrisis al in slechte papieren zaten, konden even overbruggen door de steun. Maar nu die wegvalt, krijgen ze een finale klap.
Gelukkig ziet Van Moorter tussen de lijnen door ook positief nieuws. “Er zijn nog altijd veel starters in de horecasector. Zo blijft het totale aantal ongeveer stabiel. Enerzijds is het natuurlijk spijtig van de vele faillissementen. Maar het is ook aangenaam en motiverend als je ziet dat horecahondernemers in bepaalde steden of lokale dorpen proberen zorgen voor een nieuwe dynamiek. Een nieuwe zaak starten kan zeer leuk zijn, toch moet men oppassen. Een eigen horecazaak is een grote uitdaging en veel werk. Het kan hard zijn.”
Volgens Van Moorter is een groot deel van de druk te wijten aan het vele papierwerk. “We moeten eerlijk zijn: in België moet je allerlei paperassen voorzien. Op een bepaald moment ben je meer bezig met papierwerk, dan met de zaak zelf of de klanten. Destijds met de vestigingswet moesten ondernemers kunnen aantonen dat ze beroepsbekwaam waren en een basiskennis hadden van bedrijfsbeheer. Sinds enkele jaren moet dat niet meer en we merken toch dat nieuwe starters een stuk kennis ontbreken. Als Horeca West-Vlaanderen ijveren we ervoor dat wie een horecazaak wil starten, de nodige opleiding volgt. Men moet eerst leren om het te kunnen doen, zodat men de boekhouding kan bolwerken.”
Bron: Krant van West-Vlaanderen – 02/12/2025