Slechts één op de drie slagers haalt voldoende rendement

Trends analyseerde samen met de financieel-economische dataverschaffer Trends Business Information de financiële gezondheid van de slagersbranche. Slechts een derde haalt voldoende rendement en elke week gaat één slagerij failliet. En toch doen de beenhouwers en slagers het niet veel slechter dan de algemene economie. – Wolfgang Riepl

Eind november waren in België 2.912 ondernemingen actief onder de noemer ‘detailhandel in vlees en vleesproducten in gespecialiseerde winkels’, al dan niet in combinatie met ‘vlees van wild en van gevogelte’. Daarvan waren 1.901 zaken, of twee op de drie, gelegen in Vlaanderen.

Van de Vlaamse bedrijven zijn 898 balansen over het boekjaar 2022 beschikbaar. Niet alle beenhouwers en slagers hebben vennootschappen die balansen neerleggen: vaak gaat het om eenmanszaken. “Maar die 898 balansen geven zeker een goed idee van de financiële gezondheid van de sector in Vlaanderen”, stelt Pascal Flisch, analist bij Trends Business Information. In die categorie zitten ook nog vlees­producenten die werken voor rekening van ketens. Trends filterde die eruit en behield enkel de zelfstandige beenhouwers en slagers in dorpen en steden.

“De cashflow – de cash die aan het einde van het boekjaar overblijft, na betaling van alle kosten, inclusief leningen en belastingen –  is de beste barometer voor de reële rendabiliteit van een onderneming”, legt Flisch uit. “Daarbij is een ondergrens van 100.000 euro cashflow belangrijk. Wie meer dan 100.000 euro cash haalt, werkt niet voor niets. Met dat bedrag kan de slager investeren, groeien of eventueel dividenden uitkeren.”

Negatief saldo

Uit het onderzoek bleek dat slechts 325 van de 898 ondernemingen die een balans neerlegden (36%), een cashflow van meer dan 100.000 euro haalden. Daarmee doen de slagers het beter dan de bakkers, waarvan nauwelijks iets meer dan een kwart die cashflowdrempel haalt. “Zeker als je het bekijkt in verhouding tot het aantal gepresteerde uren, verdient amper iets meer dan een derde van de beenhouwers en slagers voldoende voor hun werk. Twee op de drie houden te weinig over”, zegt Pascal Flisch, analist van Trends Business Information.

“Deels door de generatie babyboomers die nu stilaan met pensioen gaat, is het saldo van het aantal stoppers tegenover het aantal starters negatief”, zegt Carine Vos, een medewerkster van de beroepsvereniging De Landsbond der Beenhouwers, Spekslagers en Traiteurs van België (zie grafiek Meer stoppers dan starters). Bovendien ging zowel in 2022 als dit jaar één onderneming per week failliet. “Daarmee scoren beenhouwers en slagers veel slechter dan het nationale gemiddelde”, weet Pascal Flisch. “Daar ligt het cijfer op één faillissement per anderhalve maand.”

“Gek genoeg volgt de verkoop in de ambachtelijke beenhouwerijen die dalende trend niet”, benadrukt Carine Vos. “Net zoals tien jaar geleden wordt nog altijd een vierde van het vlees in ons land verkocht in ambachtelijke slagerijen.”

Mooie verdienste

Hoewel twee op de drie slagerszaken te weinig overhouden, ziet Pascal Flisch ook lichtpunten. “61 van die 898 bedrijven hebben een negatieve toegevoegde waarde, of geen 7 procent. Dat cijfer vind je ook in andere sectoren. Bovendien gaat het bijna uitsluitend om heel kleine ondernemingen. En 125 ondernemingen, of bijna 14 procent, hebben een negatieve cashflow. Het nationale gemiddelde voor alle sectoren is 16 procent. De slagers doen het dus niet veel slechter dan de algemene economie. Maar is het wel de moeite waard al die uren te presteren als je het uiteindelijk niet beter doet dan de andere economische sectoren?”

Carine Vos nuanceert dat het beroep nog altijd zo loodzwaar is. “Die dagen zijn al lang voorbij. Het ambacht is een mooi beroep waarin de slager zijn creativiteit kwijt kan en waaraan een mooie verdienste gekoppeld is.”