fbpx

Evolutie bedrijvenpopulatie eerste halfjaar 2023

De voorbije jaren is er regelmatig op gewezen dat onze ondernemingen vitaal en veerkrachtig zijn. Daar mogen we ons zeker over verheugen.

Starters

Hoewel het nog te vroeg is om eindconclusies te trekken over de oprichting van ondernemingen, lijken we vandaag te moeten vaststellen dat er tijdens de eerste helft van 2023 sprake was van een zeker tempoverlies. Uiteraard zijn er nog starters, maar hun aantal is licht gedaald tegenover 2022 (-1,69%). Doorgaans moeten we drie maanden wachten tot de cijfers gestabiliseerd zijn. Er is dus hoop dat een deel van dat deficit nog wordt goedgemaakt.

Er tekenen zich echter twee zorgwekkende trends af:

  • De internationale bedrijven mijden België een beetje. We tellen er 2.864 nieuwe tijdens het eerste halfjaar, tegenover 3.235 vorig jaar en 3.983 in 2021. Die daling met 11,47% brengt ons bijna terug bij de cijfers van 2020 (2.661 nieuwe bedrijven), wat door de pandemie een ellendig jaar was. België wordt duidelijk minder aantrekkelijk en dat is verontrustend.
  • Brussel kent een daling van 7,01% met 6.537 starters, tegenover 7.030 in 2022 en 7.405 in 2021. We kunnen er zeker van zijn dat dit verschil de komende weken niet wordt weggewerkt. De hoofdstad heeft ongetwijfeld te lijden onder de nieuwe gewoonten op het gebied van telewerk, waardoor minder personen dagelijks pendelen. Bovendien blijft de mobiliteit een groot probleem.

 

Bij rechtspersonen en zelfstandigen zien we dezelfde trend.

  • In de provincie Namen zien we echter een soort kentering. Daar zijn er 937 nieuwe rechtspersonen (+11,41%), of nagenoeg evenveel als in 2021 (939), terwijl we bij de zelfstandigen een daling met 11,78% zien (1.093 tegenover 1.239 in 2022).
  • Vlaams-Brabant trekt duidelijk de bedrijven aan die uit de hoofdstad wegtrekken. We tellen er 4.255 nieuwe ondernemingen (+5,87%), of meer dan de voorbije vijf jaar, 2021 inbegrepen (3.960). Het is bovendien de enige provincie waar het aantal nieuwe zelfstandigen hoger ligt dan vorig jaar, namelijk 3.291 (+0,27%). Daarmee is ze momenteel de aantrekkelijkste provincie van het land.

 

Stopzettingen

Op het gebied van stopzettingen is het rustig. We zien er 3,87% minder dan tijdens dezelfde periode vorig jaar. Dat neemt niet weg dat het er toch nog 48.096 zijn, bij nog niet gestabiliseerde cijfers.

Ook hier vormt Vlaams-Brabant de uitzondering. Het is namelijk de enige provincie waar de cijfers stijgen (+1,69%), met 4.938 stopzettingen. Het gaat hoofdzakelijk om rechtspersonen die hun activiteiten hebben stopgezet: 1.385, of een stijging met 6,13%. Bij de zelfstandigen blijft het cijfer met 3.553 eenheden gelijk aan dat van 2022.

Voorts zien we een sterke stijging bij de internationale ondernemingen: 958 stopzettingen, of een stijging met 26,39%. Dat bevestigt de malaise bij de nieuwe vestigingen van internationale bedrijven.

De provincies Luik en Luxemburg doen het dan weer heel wat beter dan in 2022, met respectievelijk -10,24% (3.963 stopzettingen) en -16,30% (791).

Netto-evolutie

De totale bedrijvenpopulatie blijft dus flink groeien: 15.318 extra ondernemingen, of 5,85% over het halfjaar. Met uitzondering van 2021 (een inhaaljaar), is dat aantal sinds 5 jaar behoorlijk stabiel. Procentueel gezien daalt het echter, aangezien er steeds meer ondernemingen actief zijn in ons land.

Faillissementen

Bij de faillissementen noteren we in ons land 5.340 vonnissen. Dat is een stijging met 5,40% tegenover het eerste halfjaar van 2022. We zitten echter nog niet aan de 5.919 vonnissen van 2019, het laatste referentiejaar op dat vlak.

Hier zien we grote verschillen tussen de regio’s.

  • Luik (500 of +32,85%), Luxemburg (65 of +25%), West-Vlaanderen (700 of +20,78%) en Vlaams-Brabant (554 of +53,10%) kennen spectaculaire stijgingen.
  • Brussel daarentegen (775 of -26,01%), en in mindere mate Antwerpen (1.077 of -4,45%), zijn de twee enige regio’s die een daling kennen.
    We mogen daar echter geen teken van een gezonder economisch weefsel in zien. Er zijn daar wellicht problemen met de opsporing en met de middelen, die ervoor zorgen dat vonnissen vertraging oplopen.

 

Op sectorniveau stellen we voor het eerste halfjaar van 2023 de volgende problemen vast:

  • Algemene bouw van residentieel vastgoed: 267 (+13,20%)
  • Kleinhandel in auto’s en andere lichte voertuigen (< 3,5 ton): 83 (+33,87%)
  • Eetgelegenheden met volledige service: 328 (+27,25%)
  • Eetgelegenheden met beperkte service: 332 (+14,88%)
  • Overige post- en koerierdiensten: 79 (+23,44%)
  • Kappers: 87 (+35,94%)

 

Bij cafés en bars zijn de cijfers redelijk stabiel: 262 (+3,57%). Dat blijft niettemin hoog.

Tot slot

Enkele trends lijken zich af te tekenen:

  • Langzaamaan lijken nieuwe ondernemers eerder voor een vennootschap te kiezen wanneer ze starten in plaats van voor het zelfstandigenstatuut.
  • De internationale aantrekkingskracht van ons land neemt af. Als dat wordt bevestigd, is het een aandachtspunt voor de overheid.
  • Brussel kent problemen. De nettogroei is wel nog positief, maar de hoofdstad trekt elk jaar wat minder nieuwe ondernemers aan.
  • Vlaams-Brabant is de grote winnaar. De provincie lokt ondernemers en lijkt een positieve dynamiek te creëren.